De Zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan
De jonge psycholoog Edward Deci wilde met zijn promotieonderzoek aantonen dat er iets niet klopte aan de gangbare verklaringen voor motivatie. Het behavioristische model verklaarde gedrag vooral vanuit omgevingsprikkels waarop de mens grotendeels passief reageert. Maar mensen doen voortdurend rare dingen die niet passen in het behavioristische schema. Denk aan vliegen (levensgevaarlijk!) bergbeklimmen (zwaar en koud!), vrijwilligerswerk (gratis!) en kinderen krijgen (heftig!). We doen dingen die geen geld opleveren en zelfs doodvermoeiend zijn, zonder dat we ertoe worden gedwongen. Waarom zouden we dat in vredesnaam doen?
We doen dingen die geen geld opleveren en zelfs doodvermoeiend zijn, zonder dat we ertoe worden gedwongen.
Geïnspireerd door Harry Harlows experimenten naar het lerend vermogen van aapjes, liet Deci twee groepen studenten een puzzel oplossen. De ene groep, die verder niets was verteld, ging actief aan de slag. De andere groep, die een paar dollar in het vooruitzicht was gesteld, bakte er weinig van. Net als Harlow verklaarde Deci het merkwaardige gedrag vanuit intrinsieke motivatie. Ook ditmaal probeerden collega-wetenschappers de onderzoeksresultaten te negeren. ‘We stonden buiten de mainstream’, zou Richard Ryan, de collega en beste vriend van Deci, onlangs in een gesprek met de Rochester Review zeggen. ‘Het idee dat beloningen de motivatie kunnen ondermijnen, was ondenkbaar voor behavioristen.’ Maar het tij was niet meer te keren, de geest was uit de fles. Meerdere studies bevestigden Deci’s bevindingen. Op basis hiervan ontwikkelden Deci en Ryan de zelfdeterminatietheorie. Die stelt dat mensen van nature nieuwsgierig, actief en gemotiveerd zijn. Ze willen een actieve bijdrage leveren en het verschil maken.
AUTONOMIE, COMPETENTIE EN VERBINDING
Waarom zijn zoveel mensen dan toch zo vaak passief en afhankelijk? Waarom weigeren ze nieuwe dingen te ontdekken en te leren? Dat komt, zeggen Deci en Ryan, door het ontbreken van de juiste omgevingsfactoren om mensen te stimuleren tot intrinsieke motivatie. De intrinsieke drijfveer – het innerlijke werkvuur – wordt pas geactiveerd wanneer aan drie voorwaarden is voldaan. Mensen moeten allereerst het gevoel hebben dat ze autonoom zijn in hun denken, keuzes en daden. Ze moeten eerst doordrongen zijn van het besef dat ze zelfstandig kunnen handelen. Vervolgens moeten ze het gevoel hebben dat ze over noodzakelijke vaardigheden beschikken om hun werk en leven onder controle te hebben. In de derde plaats moeten ze zich door anderen gewaardeerd en gerespecteerd voelen en ze moeten beschikken over gemeenschappelijke waarden en een collectieve ambitie – een missie of purpose. Pas wanneer is voldaan aan de voorwaarden van autonomie, competentie en verbinding vanuit purpose, treedt de logica van levendigheid in werking. Pas dan kan het werkvuur ontvlammen.
WIL JE WETEN HOE JE DIT GEDACHTEGOED ZELF KUNT TOEPASSEN?
Lees het boek ‘Werkvuur: hoe energieke mensen & teams positieve impact maken’.