‘Werkvervuiling’ als doodsoorzaak nummer vijf
Boekbespreking Dying for a paycheck’
We wisten natuurlijk allang dat werk niet alleen een bron van geluk en welbevinden is. Maar dat het zo erg is als de befaamde Amerikaanse hoogleraar Jeffrey Pfeffer in zijn zojuist verschenen boek ‘Dying For a Paycheck’ stelt, heeft velen doen opschrikken. Volgens de eminente onderzoeker sterven in de VS jaarlijks 120.000 mensen aan de gevolgen van werkvervuiling (‘Toxic work’). Genoeg reden om een dik boek vol cijfers, verklaringen en aanbevelingen in een adem uit te lezen. Bij deze een kort verslag.
Om zijn stelling te onderbouwen heeft Pfeffer kosten noch moeite gespaard. Hij heeft jarenlang zelf onderzoek verricht en heeft gegevens van over de hele wereld verzameld. Wat hij daaruit laat zien, is ronduit schokkend. Behalve het eerdergenoemde hoge dodental in de VS, noemt hij een aantal van 1 miljoen doden in China als gevolg van veel te hard werken. Maar ook andere cijfers stemmen tot nadenken. Wat te denken bijvoorbeeld van jaarlijks meer dan 2 miljoen geweldsincidenten die in de VS op de werkplek plaatsvinden? De meeste van deze gegevens heeft hij moeizaam bij elkaar moeten schrapen. ‘Want’, zo zegt Pfeffer, ‘we weten meer over de vervuiling van de lucht en van onze omgeving dan van de vervuiling die mensen op de werkplek ondergaan’. Om de parallel met milieuvervuiling te trekken, spreekt hij van ‘sociale vervuiling’. Hoewel er vaak gesproken wordt over stress als het gaat om een ongezonde werkomgeving, wordt er doorgaans weinig aan gedaan. Overheid en werkgevers laten de sociale vervuiling grotendeels op zijn beloop. ‘Er is meer aandacht voor voldoende groen en andere milieufactoren dan voor gezonde mensen’, aldus het cynische commentaar van de professor.
“Meer aandacht voor voldoende groen dan voor gezonde mensen”
Wat zijn de factoren die tot werkvervuiling leiden?
Hoe is het eerdergenoemde dodental te verklaren?
1. In de eerste plaats, heeft werkvergiftiging te maken met het ontbreken van een ziektekostenverzekering. In Nederland is dit ondenkbaar, maar in de VS lopen vele tientallen miljoenen werknemers onverzekerd rond. Het gevolg: ook wanneer werknemers ziek zijn, slepen ze zich toch naar het werk. En als het helemaal mis gaat, ontbreekt adequate zorg omdat men de kosten niet kan betalen.
2. Doodsoorzaak nummer twee is werkloosheid: op straat gezet worden leidt tot bijna net zoveel doden – namelijk 50.000 – als onverantwoord lange uren draaien en jezelf kapot werken. De alsmaar hogere prestatie-eisen, het gebrek aan werkzekerheid en de geringe mate van autonomie zijn volgende kenmerken van werkvergiftiging. Evenals lage lonen en de ongelijke verdeling van beloningen. Met name freelancers in wat tegenwoordig wordt aangeduid als ‘Deeleconomie’ of ‘Gig Economy’ krijgen minimale vergoedingen voor hun inzet. Het maandelijks inkomen van een Uber-chauffeur bedraagt gemiddeld niet meer dan 364 dollar. Bij andere bedrijven ligt het bedrag niet veel hoger.
3. Een laatste bron van werkvergiftiging: slecht management. Managers en leiders die hun medewerkers tot het uiterste uitknijpen, die micromanagement toepassen en voor een nare sfeer zorgen.
Wat kunnen we eraan doen?
Tot zover de oorzaken. Maar wat kunnen we eraan doen? En vooral ook, wie kan daarbij betrokken worden. Om met de laatste vraag te beginnen: volgens Pfeffer zijn er vier partijen in het geding. In de eerste plaats de werknemers zelf. Zij zouden veel bewuster een werkgever moeten kiezen die bij hen past en het beste met hen voorheeft. Te vaak laten werknemers zich nu nog verleiden door factoren als een net iets hoger loon, de nabijheid van de werkplek of de vermeende status van de werkgever. In plaats daarvan zouden werknemers er goed aan doen zichzelf voortdurend de volgende drie vragen te stellen:
1) past de manier van werken bij wat ik wil?
2) wat draag ik zelf bij aan de hierboven genoemde bronnen van werkvergiftiging
3) wat kan ik daar (samen met anderen) aan doen?
“Een werknemer doet er goed aan om zichzelf drie vragen te stellen”
Werkgevers zijn de tweede partij als het gaat om de sociale vervuiling een halt toe te roepen. Werkgevers moeten eenvoudigweg hun verantwoordelijkheid nemen, stelt Pfeffer. Ze moeten vooral ook af van de gedachte dat het alleen maar om de daling van verzuim- en ziektekosten gaat. ‘De inzet moet veel hoger zijn dan alleen het besparen van kosten. Het moet gaan om het welbevinden en het gelukkig maken van mensen‘. Daarbij kan men zich laten inspireren door bedrijven als Patagonia en Google die hierin een voortrekkersrol spelen. ‘Deze bedrijven laten zien dat je niet kunt volstaan met de gebruikelijke vitaliteitsprogramma’s’, zegt Pfeffer.
“Bedrijven als Patagonia en Google laten zien dat je niet kunt volstaan met de gebruikelijke vitaliteitsprogramma’s’”
‘Een cursus yoga of mindfulness, dieetprogramma’s, het aanbieden van trainingen om te stoppen met roken of het plaatsen van een paar fitness apparaten – het zijn allemaal goedbedoelde initiatieven die uiteindelijk maar weinig effect hebben. De reden daarvan is dat zij vanuit het verkeerde uitgangspunt starten: zij proberen ongezonde werkwijzen langs individuele weg te bestrijden. Het is beter om je aandacht op de giftige werkomgeving te richten.
“Verkeerd uitgangspunt: ongezonde werkwijzen bestrijden langs de individuele weg”
Als het om dit laatste gaat, komt een derde speler in zicht: de overheid. Die zou veel meer moeten doen om de zojuist gesignaleerde problemen op een eenduidige manier te meten en bespreekbaar te maken. Dat gebeurt nu nog veel te weinig, waardoor veel van de problematiek rond werkvergiftiging eenvoudigweg geen aandacht krijgt. Ook pleit Pfeffer voor wettelijke maatregelen. In iets meer dan dertig jaar daalde het slachtoffers van onveilige werkomstandigheden met bijna driekwart. De reden hiervan: strengere wetgeving en een betere handhaving. Zo’n proces ziet hij ook op het gebied van het tegengaan van sociale vervuiling voor ogen. Dat zal overigens niet zonder slag of stoot gaan. En dat is voor Pfeffer een reden om nog een vierde partij te hulp te roepen: een nog te vormen sociale beweging die zich net als de milieubeweging druk maakt over wat hij bestempeld als ‘another inconvenient truth’. Diep in zijn hart hoopt hij dat zijn boek als equivalent uitgroeit van ‘Silent Spring’, het boek waarmee Rachel Carson het milieubewustzijn in 1962 deed ontluiken.
Pleidooi voor een nog te vormen sociale beweging
En dus?
Tot slot nog een woord over de relevantie van dit boek voor ons. Is dit een boek over een typisch Amerikaanse problematiek? Deels wel. We kennen een goed functionerend systeem van ziektekostenverzekering, we kennen een minimumloon en we kennen een sociaal vangnet om de meest ernstige gevolgen van werkloosheid op te vangen. So far, so good. Maar er is ook een andere kant, die zichtbaar wordt wanneer wij enig rekenwerk verrichten op basis van de door Pfeffer gepresenteerde cijfers. Als we de factoren die voor ons land niet van toepassing zijn (gebrek aan ziektekosten, geen sociaal vangnet leidt tot een halvering van het dodental) niet meewegen en wanneer wij het aantal werknemers in ons land als percentage nemen van het aantal in de VS (we komen dan uit op 7%), dan kom je tot een dodental van ongeveer 4.000. Dat is ruim 6 keer zoveel als het aantal verkeersdoden, wat in Nederland vanouds een veelbesproken thema is. En als je kijkt naar de lijst van meest voorkomende doodsoorzaken in ons land, dan prijkt het aantal van 4.000 doden als gevolg van sociale vervuiling… jawel, op de vijfde plaats. Er is dus ook in ons land heel wat aanleiding om aan de slag te gaan. Dan kun je het beste beginnen met het lezen van dit boek.